Flashback. Eind januari 2011. Griepje gevat. Want griepjes vat je blijkbaar. Geen idee waarom. Paar dagen thuis, zalig. Toch de dokter maar verwittigd, wettig afwezig zijn en zo. ‘O ja, ik voel ook soms wat vervelends in mijn buik, en ik ben wat kilo’s vermagerd.’ ‘Je gaat toch best nog deze week een CT-scan laten uitvoeren, ik voel precies iets aan je milt.’
De milt. Is dat niet dat ding waar ik vroeger steken in had tijdens de sportles? Die heeft al jaren niet meer gestoken, al kan dat ook aan het niet meer sporten liggen. Pinten drinken, ja. Maar dat zal wel niet meetellen. Enkele dagen later naar het ziekenhuis. Eerst een zeer aangenaam drankje drinken. Dan in ondergoed naar de machine. Zwarte Eskimo boxer. Wit onderhemd. Zoals het medisch schoolonderzoek vroeger.
‘Zie je iets?’ ‘Ja, er is iets te zien, maar ik mag hier niets over zeggen. Het kan altijd zijn dat ik verkeerd ben. Dan zouden we je onnodig ongerust gemaakt hebben. En dat is niet de bedoeling.’ Een uurtje later stond de huisarts voor de deur. ‘Er is een grote tumor gevonden in je buik, 20 centimeter doorsnede. Die moet er zo snel mogelijk uit. Ik heb een afspraak gemaakt met de oncoloog. Waarschijnlijk ga je nog een paar onderzoeken moeten hebben. Ja, het is een groot ding. Het zit rond je maag, heel vreemd.’
Wacht even. Oncoloog. Tumor. ‘Ben je me nu aan het zeggen dat ik kanker heb?’ ‘Ja, daar ziet het toch naar uit.’
Het is vreemd. De volgende zinnen passeren zomaar. Je hoort praten. Maar luistert niet. Ook de weken daarna leef je in een roes. Geen happy trip. Meer een mislukt LSD-experiment. Eén jaar geleden. Er verandert veel. En er is veel veranderd… Nothing really ends…