Het is een familieverhaal. Oma zaliger die haar ziel ging geven voor een goede pot koffie. Haar naam was Madeleine. Want zo heten oma’s nu eenmaal. Op een dag kwam ze terecht in ’t Convent in Reninge. Verscholen tussen de bergen van Heuvelland en de broeken van Vleteren. Ze raakte er niet over uitgepraat. De roodkoperen kan. De vlekkeloze bediening. De beste koffie die ze ooit dronk. Het is een verhaal van de jaren stillekes. Lang geleden. Maar het gaat nog altijd mee.
Een dikke 20 jaar later denken veel mensen nog altijd over de Westhoek in termen van de jaren stillekes. Ze moesten eens weten. Enkele flanken van de Heuvellandse bergen zijn ondertussen getransformeerd in wijngaarden. Vleteren telt nu naast de Sint Sixtusabdij nog 2 befaamde brouwerijen. Biscuiterie Destrooper uit Lo-Reninge bouwde een wereldwijde reputatie en een schitterend bezoekerscentrum op. Het is dan ook niet te verwonderen dat het jong keukengeweld van ’t Convent, Sébastien Ververken, de streek en de producten van de Westhoek hoog aanschrijft. Lukken van Destrooper. Vleterse bieren van De Struise Brouwers. Heuvelland. Allemaal favorieten. Een chef naar mijn hart.
En bij hem was ik te gast. Vroeger was ’t Convent een boerderijtje. Opgeknapt door kunstenaar José Vermeersch. En dat voel je nu nog. Het heeft tegelijk ook wel iets eigentijds, al was het maar door de moderne sculptuur in de tuin. Ik stond voor dezelfde voordeur als Madeleine. Ging dezelfde trap op naar de aperitiefruimte. Misschien zat ik wel op dezelfde stoel. En keek ik op dezelfde muur. Het deed me wel iets. Want ooit zat oma hier ook.
Nu is het mijn beurt. Met charmant Toerisme Westhoek gezelschap. Zoals het hoort. Een menu om U tegen te zeggen. Schitterend aperitief met schitterende hapjes. In een zolder met oude muurschilderingen. Alle kerken van de omliggende parochies staan er afgebeeld. Het kader was al even charmant als mijn gezelschap. Naar het restaurant voor het menu. Zeetong met grijze garnalen, prei en rode ui als voorgerecht. Het klinkt simpeler dan het is. Eigentijds gepresenteerd. Maar to the point. Zoals het hoort voor een Westhoek chef. Culinair hoogstaand. Perfect opgediend op borden met een ontwerp van José Vermeersch. Want zijn ziel leeft hier nog altijd verder.
Wilde eend met girolles en knolselder als plat de résistance. Zo noemen ze dat blijkbaar. Verfijnd. What you see is what you get. Allemaal met aangepaste wijnen, dat spreekt. En we proefden dat het goed was. En niet gewoon goed, maar perfect. Het menu had het over ‘appel, witte chocolade, vanille, karamel’ als dessert. Ik zag het al voor me. Een stuk appeltaart met wat witte toefen ondefinieerbaar schuim, en een overdosis karamel. Maar ik zat er compleet naast. Gelukkig. Één lijn. Met stukjes appel. Rondjes van vanille met karamel. En witte chocolade. Holy crap. Madeleine had hierbij moeten zijn. Want ook zij was een zoetemondje. Sommigen zouden dit sex on a plate noemen. Oma zou dergelijk taalgebruik echter nooit goedkeuren, al helemaal niet in deze context.
En de roodkoperen kan voor de koffie? Ééntje hebben we er zien passeren. Voor een tafeltje habitués. Dat zijn we nog niet. Ongetwijfeld nog altijd hoogstaande koffie. De beste die je kan drinken. Vlekkeloze bediening. Wij kozen echter voor de Ierse en de Italiaanse variant. Geen kannetje dus. Niet erg. De hele avond had ik het gevoel dat oma goedkeurend over mijn schouder meekeek. Trots op haar kleinzoon. Back to the roots. Maar dan wel niet meer in een vorm die zij zou herkennen. En dat is zo slecht nog niet…
Dit verslag op de Humo-site
Website jong keukengeweld
’t Convent