Het was me het maandje wel… Stomweg gestruikeld. Een schobbelingsje zeggen wij daartegen. Wat eerst allemaal wel leek mee te vallen, werd plots toch iets ernstiger. Een hand die twee keer zo dik werd als normaal. En een pink die alle richtingen uitwees. We hebben wel erger meegemaakt, dus eventjes de pijn verbijten. Morgen is het wel beter. Een slapeloze nacht later, was een bezoek aan de dokter toch de enige optie. Koppige ikke… Ziekenhuis. Röntgenfoto’s. Ja, gebroken. Heel goed zelfs. Al hadden de paar luide knakjes tijdens de val dat wel al verraden.
Alles komt in orde, zei de dokter. Heel goed vastzetten. En die pink, waarvan het onderste bot helemaal naar de filistijnen is, plakken we in een brace vast aan je ringvinger. Want samen zijn ze sterk. Sindsdien loop ik rond met een exoskelet rond mijn rechterhand. Het klinkt allemaal retecool, recht uit Star Wars. Maar het is het allerminst. Sindsdien hangt mijn ringvinger er maar werkeloos bij. Te bengelen. Steun te geven. Wachten op betere tijden.
Auto rijden lukt niet. Al was dat wel te verwachten. Maar ook andere, simpele dingen worden plots een lijdensweg. Koffie zetten, bijvoorbeeld. Hoe je de helft van de gemalen koffie al kwijt bent nog voor je aan de machine bent. Eten, ook grappig, hoe het exoskelet een onbedwingbare neiging heeft om eventjes in de soep te baden. Met een nog half verbrande vingertop tot gevolg. De eerste keer lach je er nog wel eens mee, groen, dat wel. De volgende 30 maaltijden iets minder. Eventjes gestopt met soep eten. Alle vuil (en soepresten) blijven hangen. Geen mogelijkheid om vlug eens je handen te wassen. Douchen gebeurt met een plastic zak. En hulp. Een kleuter van 4, zo voel ik me ongeveer. Eén voordeel: mijn pink staat altijd gestrekt. Zelfs bij het drinken van een glas water volg ik alle regels van de etiquette.
Gelukkig heb ik een sterk iemand naast me. Net als mijn ringvinger de gebarsten pink ondersteunt, kan ik rekenen op een hoop goede hulp. Maar in tegenstelling tot mijn ringvinger, hangt die er niet werkeloos bij. Alleen lukt het misschien wel, maar toch alleszins niet zo goed als samen. Dat heb ik wel geleerd. Het gefrustreerde gevloek moeten aanhoren als er weer eens iets niet lukt. Geduldig kijken hoe traag ik een trui over mijn hoofd trek. Wachten tot ik klaar ben. Mij iets laten proberen terwijl ze weet dat het veel te lang zal duren. Iets laten doen terwijl het meer in de weg lopen is dan iets anders. Zonder morren. Integendeel. Doe maar. Probeer maar. Het lukt je wel. En anders help ik je. Samen zijn we sterk.
Binnen een paar weken worden mijn pink en ringvinger gescheiden. Moeten ze het weer alleen zien te redden. Wat wel zal lukken. Ik ben blij. Niet alleen het vooruitzicht om niet langer nodeloos koffie naast de machine te dumpen of van een onverbrande vingertop. Maar vooral omdat ik weet dat mijn steun niet wegvalt. Eender wat er aan komt. Samen. Samen zijn we sterk.
Fortify us take me higher
Shine another light into my heart
Let the future come to me now
I can take it, I can make it
(Broken Bones – The Van Jets)