Peter Gombeir – Kamer 241

Happy people have no stories

Peter Gombeir – Kamer 241 - Happy people have no stories

Choose life

Een tijdje geleden, laat ons voor de leut eens eergisteren zeggen, mocht ik een assessement afleggen. Machtig. Kijken of ik wel geestelijk gezond ben en zo. En pas voor een job. Ik vrees er voor. Toffe testjes, dat wel. Zoals het PMS, excuus, CLB in den tijd. Duid aan wat het beste bij u past. Architect of modeontwerper. Geen van deze. De Nicky Vankets en de Rem Koolhaas in mij zijn nog niet bovengeborreld. Dank u wel. Alstublieft. Alstu moet je nu zeggen om hip te zijn. Alstu dus. Jaja, ik ben een hippe kikker. Hopelijk bevestigen de testen dit.

Eén van de vele ja/nee vragen: Blijft u kankeren over pietluttigheden? Boenk. Patat. Neen, bedankt. Niet meer. Toch al een maand of vijf ondertussen. Alles goed met mij, bedankt voor het medeleven trouwens. Goedgekeurd over de hele lijn. Voor de komende 3 maanden. Ik mag volgende week zelfs weer aan het werk. Maar voor dat antwoord was geen plaats. Nee dan maar.

Lichamelijk ben ik wel ok. Psychologisch? Dat zal nog moeten blijken uit het resultaat van 6 uur psychotechnische testen. Ik hoor het wel, binnen een paar weken. Al stel ik me serieus vragen bij de serieuze vragen… En hoe ze met mijn invullingen tot een juist beeld kunnen komen. Misschien beantwoord ik wel aan het profiel van een seriemoordenaar. Of een makelaar in koffie. Zeekapitein. Ventrilokwist. Slotenmaker. Laat het alstu geen duivenmelker zijn. Daar zullen ze waarschijnlijk niet veel mee kunnen aanvangen. Toch niet bij de job waar ik voor solliciteerde.

[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=DbGhC47NSmY]

Mud Stories

Daar zat hij dan. Nog 1 jaar, 14 weken en 3 dagen te gaan. Tot zijn pensioen. Hij kan niet wachten. Albert. Of André. Of Achiel. Zo heten oudere mensen nu eenmaal. Ik kan er ook niets aan doen. Met bloeddoorlopen ogen achter zijn bureau. Moe. Van het leven. En van het afstompende werk.

Vroeger, toen was er tenminste nog métier mee gemoeid. Iedereen had een mapje. Met daarin kaartjes. De fiche uit elk boek halen. Een datumstempel erop. En in het gepersonaliseerde foldertje steken. De rode kaart van de kinderen afstempelen. Alles sorteren op datum. Elke dag heel precies kijken welke boeken te laat binnen zijn. Gele boetekaarten schrijven. Dat zou ze wel leren, de kleine ettertjes. O, wat had hij graag hun blik gezien toen ze moesten schooien bij hun moeder, voor 5 of 10 frank.

Brugpensioen. Hij zou niet liever willen. Maar sinds zijn vrouw Veronique zich in de betere kringen wil begeven, is zijn loon broodnodig. Nicky noemt ze zich nu. Ze stapt mee in elke follie. Horendol wordt hij ervan. Net een nieuwe auto gekocht. Misschien wat te groot, zei hij nog in de showroom. Neeneen. Die misstaat tenminste niet tussen de BMW’s,  Audi’s en Cayennes van haar vriendinnen.

Nu is er niet veel meer aan. Een kaartje inscannen. Streepjescodes voor een rode laserstraal houden. Alles computer. De kleine ettertjes zijn nog altijd kleine ettertjes. Dag meneer, heb je Facebook binnen? Kijken in de computer. Feestboek kan hij vinden. Feesboek niet. Zover is het gekomen. Albert. Of André. Of Achiel. De bibliothecaris van Facebook. Nog 1 jaar, 14 weken en 2 dagen te gaan.

[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=wxBiRf_nJ74]

Keeping up appearances

Daar stond ze dan. Winkelkar in de hand. Klaar om alles in te laden in de auto. Ze zou Veronique kunnen heten. Iets meer dan anderhalve meter groot. Zelf zal ze wel liever Nicky horen. Dat klinkt beter binnen de milieus waarin ze wil vertoeven. En ze hoopt dat ze met deze naam sneller door de selectieprocedure van Komen Eten zal raken. Ze doet zo haar best. Om erbij te horen. Bij de vriendinnen, die altijd met iets nieuws kunnen pronken. Ze doet zo haar best. 

Rijk is ze niet. Ze moet rondkomen met een modaal loontje. Niet zoals het clubje dokters- en advocatenvrouwen waar ze zo graag mee gaat brunchen. Zij kan geen witte Iphone op tafel leggen. Laat staan een Ipad 3G. Gelukkig kan het glas witte wijn en de croissant er nog net van af. Ze doet zo haar best. 

Op reis in Turkije kocht ze een Lowie Viutton tas. Voor een fractie van de normale prijs. Niemand die het verschil merkt. Denkt ze. De zolen van haar schoenen, Brantano, voorzag ze van een blinkende laag rode Hammerite hoogglanslak. Zo heeft ze haar eigen Louboutins. Je kan ze al van kilometers ver horen klakken. En ze is de enige van haar vriendinnen met roestwerende schoenzolen. Altijd handig. Niemand die het verschil merkt. Denkt ze.

Na lang sparen kon ze eindelijk haar grote droom verwezenlijken. Een Sports Utility Vehicle. De Dacia Duster. Geld voor opties was er niet. Behalve de lichtmetalen velgjes. Apetrots is ze. Nog meer dan Lieutenant Gruber op zijn ‘little tank’ uit ‘Allo Allo’. Wel een grote auto voor een kleine dame. Misschien wat te groot, zei haar man toen ze hem kocht. Neeneen. Die misstaat tenminste niet tussen de BMW’s,  Audi’s en Cayennes van haar vriendinnen. Denkt ze.

Ze zwaait haar kofferdeksel open. De parking van de Aldi is groot genoeg. Ze kan niet zo goed parkeren. Alles mooi inladen.  Het kofferdeksel is wel hoog. Te hoog. Met een hieltje van 10 centimeter zou het misschien wel lukken. Had ze maar haar zelfgemaakte Louboutins aangetrokken, in plaats van de schoentjes zonder hakje.  Ze strekt zich uit. Springt zo hoog ze kan. Niets helpt. Tot een lange slungel, sjofel gekleed, naast haar passeert. Vlug haar saccoche, pardon, Lowie Viutton beschermen. Zo een kerel zou totaal niet in haar kring passen. Schorriemorrie. Hij steekt zijn arm uit en gooit de koffer toe. Nicky springt vlug in haar SUV, en stuift weg. Hoe durft hij! Hààr auto aanraken! Met zijn vuile poten!

Tot uw dienst mevrouw. Ik doe ook maar mijn best. Denk ik.

[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=dbmPTsyB2H8]

One day like this

Ik snap niet waarom. Waarom je in een boekhandel terecht kan voor Eftelingtickets. Tegen voordeeltarief, dat spreekt. Wat het verband is, geen idee. Nu, geen probleem hoor, maar als je die toegangskaarten dan toch aanbiedt, zorg dan tenminste dat het reservatiesysteem werkt. Tickets had ik niet nodig. Ik was de sukkel die net na de bestellers kwam. En wachtte. Drie kwartier. Het boek dat ik in mijn hand had, was ondertussen al even bedremmeld als een oud exemplaar uit de bibliotheek. Daar stond ik dan, met mijn broek vol boekenbons. Toch volgehouden. Kwestie van niet met lege handen thuis te komen. Het zou nogal iets zijn. Een dag zonder boek.

Ik snap niet waarom. Waarom ik een mail krijg van een bekend biermerk. Laat het ons Maes Pils noemen, zotter moet het niet worden. Om morgen gratis pinten te gaan drinken. Tegen inruiling van kroonkurken en lipjes van blikjes en zo. Die heb ik niet. Geen enkel café doet mee in Poperinge, toch de hoofdstad van het goede leven, en van de hop. Een schande! Ik zou naar Ieper moeten trekken. Het ziet er niet goed uit voor morgen. Een avond zonder café.

Ik snap niet waarom. Waarom ik zoveel niet snap. Er zijn zo wel nog meer dingen. Witte kousen in sandalen bijvoorbeeld. Of een oude vadsigaard die in zijn zwembroek rond loopt. Het in onbruik raken van richtingaanwijzers op ronde punten. Zornik. Maar daar ga ik verder niemand mee lastigvallen. Voorlopig. Het is al erg genoeg zo. Een straat zonder eind.

Een zomer zonder slaapBij gebrek aan maten, makkers en maescafés in Poperinge morgen, zie ik er wel naar uit. Een avond leesvertier. Terrasje thuis. Met een niet-Maes bier voor mij. Dat zal ze leren. Op de eerste bladzijde las ik al een flard muziektekst. Wat het wachten vanochtend wel wat verzachtte. Iets van Elbow. Goed begin. Ik kan bijna niet wachten. Bram Dehouck. Een zomer zonder slaap.

[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=0NFV8dHrZYM]

Twilight zone

Het is niet altijd gemakkelijk, in de Westhoek. Kalm en rustig. Dat zeker. Vooral op een doorsnee namiddag, zonder grote evenementen, geen doortocht van een of andere koers.  Door wat verloren wegenwerken nieuwe hoekjes leren kennen, altijd fun. Elk nadeel hep z’n voordeel.

Maar ik dwaal af. Tijdens één van mijn ontdekkingstochten belandde ik op een typisch Westhoek-plein. De soldaat op de markt begroet de bezoekers in stilte vanop zijn sokkel. Het hoofd wat in de nek geduwd. Met een trenchcoat en ronde helm beschermd tegen het schuchtere lentezonnetje.  En een terras van een café, laat het ons ‘De Vrede’ noemen, zotter moet het niet worden.

Er is echter iets vreemds aan de hand. De markt is verscheurd door een breuk in de tijd. De ene kant van de kerktoren is een kwartier voor op de andere. Zo wordt het moeilijk natuurlijk. Belangrijke ontmoetingen die nooit zullen plaatsvinden. Grote misverstanden. Want een kwartier is een kwartier.

Mijn auto stond geparkeerd ergens op de snijlijn van de twee tijdszones. Daar waar volgens Einstein een zwart gat zou moeten ontstaan. Geen zwart gat, jammer, wel een blauwe zone. En de parkeerschijftijd loopt ten einde. Domdomdom. Twee keer raden wie er fluks de markt komt opgewandeld? Het hoofd wat in de nek geduwd? Met een zonnebril en pet beschermd tegen het schuchtere lentezonnetje? Fototoestel en zwart bakje in de hand? Bingo. Even fluks naar de auto stappen. Mijn tijd was om. Maar welke tijd? Op deze markt gelden wel twee tijdszones, mevrouw… En volgens één ervan heb ik nog 5 minuten te gaan… Vraag me niet hoe laat het dan precies was. In ieder geval niet tè laat. Elk nadeel hep z’n voordeel 😉

[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=gFj0RfZb6iM]