Peter Gombeir – Kamer 241

Happy people have no stories

Peter Gombeir – Kamer 241 - Happy people have no stories

Orinoco Flow

Verdomme, Vivian zal weer kwaad zijn. Die laatste biertjes waren er te veel aan. Gelukkig wilde Fred me naar huis brengen.

“Kalm aan op de drempels, zo stil mogelijk, Vivian mag niet wakker worden!”

De walm van te veel bier en sigaretten vult de auto. Fred rijdt behoedzaam de villawijk binnen. Alles draait. Eventjes ogen dicht. Maar het helpt niet. Moet hij net nu een plaat van Neerlands Hoop opleggen? De tol van de roem dan nog, om me nog wat te jennen. En hij praat maar door, over die geplande hervorming van de podiumkunsten. En de rol van Vivian. Hoe erg het wel is. Want zijn dochter, Renske, wil ook op toneel. Of dat nog zal kunnen. Uitholling van de Kunst en Cultuur. Met hoofdletter K en C, zo zei Fred het.
“Kan jij er niets aan doen, je bent toch getrouwd met de minister.”
De halfverteerde kroket, de borrelnootjes en de laatste cola, om alles te verdoezelen, spelen op. Gelukkig, we zijn er.

“Bedankt Fred, ik praat nog wel eens met Vivian over die hervorming.”
Het komt er lallend uit. Fred moest eens weten wie de broek aan heeft ten huize Oomen. Ik in elk geval niet. Vivian doet haar zin, ze blijft zelfs haar meisjesnaam gebruiken. Alsof ik niet besta, of niet belangrijk ben. En als er dan een feestje is, zoals vanavond van het werk, komt ze nooit mee. Maar voor een artikel in de boekjes is alles peis en vree. Zij voert het woord, en roept dan wel voor de foto. Schone schijn.

Gaandeweg de tel kwijt geraakt. Twee glazen wodka-orange als aperitief. Een paar wijntjes bij het eten. Cognacje bij de koffie. Daarna… Bier. Veel bier. Het is allemaal Viv’s schuld. De auto rijdt weg, de uitlaat hapert toch. Vinger voor de mond. SSSSCCHHHTTT! Naar de voordeur. Sleutel zoeken… Van de linkerjaszak, naar de rechterbroekzak. Nergens te vinden. Juist ja, in de auto laten liggen. Verdomme, Vivian zal weer kwaad zijn. Niet aanbellen, niet wakker maken, ongemerkt binnen sluipen. Naar het tuinhuis, daar ligt altijd wel iets van materiaal. Stom idee om grind te gebruiken. Viv’s idee. Het knispert onder de schoenzolen. Vinger voor de mond. SSSSCCHHHTTT! Alsof dat iets zal helpen. Sleutel nemen van het tuinhuis. Ligt altijd onder de bloempot met de sanseveria’s. Deur open. Het eerste het beste nemen. Een bijl. Ongebruikt. Want Viv vond dat toch iets te gevaarlijk.

Terug naar de voordeur. Proberen subtiel het raam naast de deur stuk te slaan. Stil. Ijdele hoop. Klingelklangel. Nu is ze zeker wakker. Whatever. Wat was het plan ook weer? Ik kan toch nooit door dit raam? Moet ik toch nog aanbellen…
“Vivian, ik ben het, sleutels vergeten.”

hollandsglorieEen beweging achter de trap. Vivian komt tevoorschijn.

“Ik schrok me te pletter, Ferrie. Kon je niet gewoon bellen? Ik dacht dat er inbrekers waren!”
Ze huilt. Verontwaardigd? Boos? Bang? Neen. Ze stottert “Tijger is dood.” Ik neem haar in mijn armen, geef haar een zoen op haar voorhoofd, en probeer haar te troosten. Eventjes is alles weer zoals vroeger.

Het estafetteverhaal wordt geschreven door literair debutanten uit 2012. Elke debutant krijgt maximaal 500 woorden om een vervolg te schrijven. Opdracht was tevens de titel: ‘Hollands Glorie’. Lees hier het volledige verhaal.

[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=kOoiqb69RsM]

Bloodbuzz Ohio

Godverdomme, ze ziet er goed uit. En dat net terwijl je trui, perfect gekozen voor een wintertype, ruikt naar ziekenhuis. Geen idee hoe het komt. Vergeet flashbacks naar oude liefdes, overbodige ringen of lievelingen. Neen, teruggevoerd naar iets wat je liefst voor altijd vergeet. De geur van morfine, smof en tazoscin. En oude kamergenoten met gebreken. Geen idee waarover dit gaat? Prijs je gelukkig…

Daar zit je dan. Met een trui. Die ruikt. Naar ziekenhuis. Tegen de buurman wat onnozelheden uitkramen. In de hoop dat het hem niet opvalt. Nu, waarschijnlijk herkent hij de geur niet. Maar toch voel je je alsof je in het geniep een scheet liet, en kort nadien merkt dat het spreekwoord klopt. Blaffende honden bijten niet, maar wat met honden die niet blaffen. De geur verspreidt zich meer en meer. Ze zit ver genoeg, hopelijk merkt ze het niet. Negeren, zoveel mogelijk.

En het is hier warm! Nog een zweetwalm erbij. Zou ze iets door hebben? Waarschijnlijk niet. Ze ziet me toch niet staan. Of zitten. Misschien best. De meneer vooraan doet zijn best om het interessant te maken. Ijdele hoop. Eventjes ogen dicht. Terug naar een tijdje geleden. Fresubin. Plat water. Boterhammen zonder korstjes. Zeemanpyjama’s. Dokters die hun verhaaltje vertellen. Wensen dat je weg mag. Hopen op een leuke toekomst. Alles verdringen. Eventjes. Naar hoe het zou kunnen zijn. His and hers.

Plots wakkergeschud. Vergadering gedaan. Diep inademen. Checken of iemand het merkt. Misschien nog een drankje en een hapje straks. Je weet maar nooit hier. Dan kan de walm van goedkope cheeto’s en zoute koekjes de andere verbergen. Want die trui ruikt nog altijd. Naar ziekenhuis. Ze staat aan de andere kant van de kamer. Ver genoeg om niets in de gaten te hebben. En godverdomme, ze ziet er goed uit…