Peter Gombeir – Kamer 241

Happy people have no stories

Peter Gombeir – Kamer 241 - Happy people have no stories

Heroes

Soms, heel soms, kom je helden tegen. Neenee, niet Vincent Kompany. In de tijd dat dit geschreven is mocht hij weer een slordige 1000€ op zijn rekening schrijven. De rufter. Jaloers? Vaneigens dadde…

Maar je had het over echte helden? Jawel. Een alweer epische Westhoek ontdekkingstocht vanmiddag. Ooghoek. Parking oldtimermuseum. Ooit gedacht dat dit bij Vleteren hoorde. Maar het is Lo-Reninge. Niet erg. De DeLorean. DeLorean? Ik herhaal. Dé DeLorean.  DMC 12. Nog nooit eerder in levende lijve mogen aanschouwen. Back to the Future. Letterlijk. Zo een exemplaar dat Vincent K. zonder probleem, na een paar uur gewoon Vincent K. zijn, kan kopen. Vleugeldeuren in volle glorie. Een van de 8583 gebouwde exemplaren. In de Westhoek. Koude rillingen bij een oldtimermuseum. Je komt nog eens iets tegen. Machtig.

Ik zie je al denken. Een auto is geen held. Klopt. Een auto kost geld. Maar dat is een andere discussie. Daarom. Eddy Ameye. Eén van de laatste borstelmakers in Izegem. Land van borstels en schoenen. Mooi in beeld gebracht op de regionale zender. Een levende held. Ritmisch bewegend. Samen met de machines. Een volksdans die je nog zelden ziet. Den blok zagen. Dan gaten maken in den blok. De vezel op lengtes snijden. En dan naar de machien. Met veel passie. Trots. Métier. En een beetje een pruillip. Misschien mistroostig omdat zijn ambacht verdwijnt. Of al verdwenen is. Hij is de laatste. Eddy Ameye. Held.

Soms, heel soms, kom je helden tegen. Zelfs in de Westhoek. Of West-Vlaanderen. Een auto. Of een Eddy. Maar om er zelf een te worden, is meer nodig. Trots. Ambacht. Vleugeldeuren. Métier. We zouden allemaal wel helden kunnen zijn. Zelfs al is het maar voor een dag.

Ragdoll Blues

Paulette. Klein. Brilletje. Haar in een knotje. Zoals het hoort voor een 76 jarige. Eenzaam. En alleen. Nooit getrouwd. Geen kinderen. Tot voor enkele jaren was ze reisgids. Elke drie maand nam ze een groep op sleeptouw. Naar Polen. Polen? Polen. De Wieliczka zoutmijnen. Oświęcim. De kathedraal aan de Wawel. De Joodse buurt Kazimierz. Het geboortehuis van Paus Johannes Paulus de Tweede. En de Lakenhalle op de Rynek Główny. Want die hebben ze daar ook.

Veel vriendschap tijdens de reizen. En op de dia-avond nadien. Want toen hadden ze die nog. Dia’s. Geen powerpoints, beamers of laptops. Oldschool in een verduisterde schoolzaal kijken naar alle foto’s. Ze was de ster van de groep en van de avond. Alles tot in de puntjes voorbereid. Een drankje nadien. En mogelijkheid om de foto’s bij te bestellen. 15 frank per stuk. Nog een briefje ter bedanking na het opsturen. En dan stopte het.

Enkel Martine. Die bleef terugschrijven. Ook nooit getrouwd. Een zielsverwant. Zelfs vier keer mee geweest op reis. Tot ze plots op haar laatste reis Jean-Paul leerde kennen. Mooi huwelijksfeest. Maar daarna zag ze ze steeds minder. En Paulette bleef weer alleen achter. Een paar jaar later moest ze op pensioen. Vruchteloos de banden met oude reisgezellen proberen aan te halen. Nieuwe dia-avonden in haar living thuis. Zonder succes. Uit het oog, uit het hart.

Haar enige verzet? De enquêtebureaus hebben haar nummer gevonden. Synovate. En Dimarso. Wekelijks heeft ze prijs. Tussen 18u en 19u. Een gesprek van 30 minuten met Joyce. Of Katrijn. Of Jonas. Ze hoort nog eens iemand. Ook gisteren. Vruchteloos proberen het gesprek in een andere richting te sturen. Helemaal tevreden, tevreden, noch tevreden noch ontevreden, ontevreden of helemaal ontevreden. Dat is het enige. Proberen te zeggen dat ze overmorgen niet mogen bellen. Want dan is er een nieuwe dia-avond. Vruchteloos. Opnieuw. Lichte paniek. Paulette. Klein. Brilletje. Haar in een knotje. Zoals het hoort voor een 76 jarige. Eenzaam. En alleen.