Peter Gombeir – Kamer 241

Happy people have no stories

Peter Gombeir – Kamer 241 - Happy people have no stories

Road Trippin’

Ik vraag me af waarom ze me in de steek heeft gelaten. Ellen. Op de Grote Markt van Arras. Zeer mooi aldaar. Leuke omgeving. Op weg naar de Sommetrip. Nog wel meegeprofiteerd van het middagmaal. Want zo was ze wel. Maar daarna was het over. Trek je plan maar op weg naar Carnoy. Gelukkig toonde ze enige clementie voor de terugweg. En valt ze nog onder garantie. Enkeltje terug naar de Mediamarkt dan maar voor Ellen… Haar verdiende loon.

Ik vraag me af wie het gisteren bij het rechte eind had. De shakers op Tomorrowland, of de couchpotatoes die naar de openingsceremonie van de Spelen keken. Machtig spektakel van Danny Boyle. Geen Renton, Begbie of Spud. Tenzij in een tussenfilmpje. Jammer maar helaas. Leutige muziek. Schitterende show. Prachtige decors. Maar dat zullen de Tomorrowlanders zeker ook beweren…

Ik vraag me zo wel meer dingen af. Hoe het zou zijn met Bud Spencer en Terrence Hill. Of Eddy Murphy een broer heeft die Freddy heet. Waarom Knightrider geen remake krijgt. Waar je logica kan vinden in het leven. Waarom er niemand bierijs op de markt brengt, Bernadetto bijvoorbeeld. Hoe het komt dat de Australische films hier zo moeilijk doorbreken. En of er iemand Jean Reno en Luc Besson uit elkaar kan houden.

Maar bovenal mis ik de Somme. Carnoy. Thiepval. Amiens. Beaumont-Hamel. En vraag ik me af waarom ze me in de steek heeft gelaten. Ellen…

Heroes

Soms, heel soms, kom je helden tegen. Neenee, niet Vincent Kompany. In de tijd dat dit geschreven is mocht hij weer een slordige 1000€ op zijn rekening schrijven. De rufter. Jaloers? Vaneigens dadde…

Maar je had het over echte helden? Jawel. Een alweer epische Westhoek ontdekkingstocht vanmiddag. Ooghoek. Parking oldtimermuseum. Ooit gedacht dat dit bij Vleteren hoorde. Maar het is Lo-Reninge. Niet erg. De DeLorean. DeLorean? Ik herhaal. Dé DeLorean.  DMC 12. Nog nooit eerder in levende lijve mogen aanschouwen. Back to the Future. Letterlijk. Zo een exemplaar dat Vincent K. zonder probleem, na een paar uur gewoon Vincent K. zijn, kan kopen. Vleugeldeuren in volle glorie. Een van de 8583 gebouwde exemplaren. In de Westhoek. Koude rillingen bij een oldtimermuseum. Je komt nog eens iets tegen. Machtig.

Ik zie je al denken. Een auto is geen held. Klopt. Een auto kost geld. Maar dat is een andere discussie. Daarom. Eddy Ameye. Eén van de laatste borstelmakers in Izegem. Land van borstels en schoenen. Mooi in beeld gebracht op de regionale zender. Een levende held. Ritmisch bewegend. Samen met de machines. Een volksdans die je nog zelden ziet. Den blok zagen. Dan gaten maken in den blok. De vezel op lengtes snijden. En dan naar de machien. Met veel passie. Trots. Métier. En een beetje een pruillip. Misschien mistroostig omdat zijn ambacht verdwijnt. Of al verdwenen is. Hij is de laatste. Eddy Ameye. Held.

Soms, heel soms, kom je helden tegen. Zelfs in de Westhoek. Of West-Vlaanderen. Een auto. Of een Eddy. Maar om er zelf een te worden, is meer nodig. Trots. Ambacht. Vleugeldeuren. Métier. We zouden allemaal wel helden kunnen zijn. Zelfs al is het maar voor een dag.

Waltzing Mathilda

Nog 364 keer slapen. Met een beetje geluk nog maar 363 keer. Het is een klein verschil. Maar een dag is een dag. Al is het nog altijd een jaar min twee dagen. Pff… Ik zie je al denken. Waar heb je het over? De Amstel Goldrace? Neen. In Amsterdam doet trouwens het gerucht de ronde dat ze het water van deze beek gebruiken voor het brouwproces. Of zeggen alleen goede Belgen dat. In elk geval, het is eraan te zien. En te proeven…

Daar hebben we in de Westhoek geen probleem mee. Kwaliteit. Op alle vlak. En zeker de bieren. Gohgoh. Het was me het weekendje wel. Volkscafés. Streekbieren. Picon. In Vleteren, Alveringem, Poperinge en Heuvelland. 45 deden er mee. 45! En dat moet je ontdekken. 3 dagen lang. De houten kop neem je er voor lief bij…

Veel ontdekt. En herontdekt. Een brouwerij. Cafeetjes in het gat van de uil. Volksspelen. Bolletra. Een boerestute met toespijze. En een, excuses, DE toogfilosoof. De aforismen vlogen ons om de oren. Begeleid met een Sint Bernardus Tripel. Een Bernadetje noemen ze dat. Machtig. Jammerlijk overgeslagen: “Men is maar zoveel keren man, als men pinten drinken kan”. Maar dat is niet erg.

In Watou speelden ze Ierse Pubsongs. Dat de “Ieren” eigenlijk uit Veurne kwamen, kon de pret niet drukken. Het was eraan te zien. En te horen. We zongen vrolijk mee. Waltzing Mathilda. En Tiperary. Jammer dat Yves van de Aisne er niet bij was.

’s Avonds laat nog gepasseerd in Poperinge. Bij de lustige Joerivrienden. Ooit een aspirant wielrenner. Nooit in de Amstel Goldrace geraakt. Altijd aspirant gebleven. Daar zongen ze luidkeels de nieuwste schijf van Will Tura. Want hij is een zanger. Jammer dat zij niet meededen aan het weekend. Echte volkssfeer in een echt volkscafé. En dat gebeurt daar elke weekend, misschien zelfs elke dag. Uitgesteld is echter nooit verloren.

Nog 364 keer slapen. Met een beetje geluk nog maar 363 keer. Het is een klein verschil. Maar een dag is een dag. Al is het nog altijd een jaar min twee dagen. Weekend van het Volkscafé 2013… Machtig!

La chanson de Craonne

Het was me het weekje wel. Druk. Vergaderingen. Plannen. Recepties. Allemaal zeer vruchtbaar. Een beetje zoals alle andere weken. Maar nu was er een mooi vooruitzicht. Een tweedaagse studiereis naar de Somme en de Aisne. Een eductour noemen de Fransen dat. De sloebers.

Een goed gevuld programma. Dat wel. Van schitterende musea met geweldige objecten naar de obligate etalagepoppentafereeltjes. Want het blijft natuurlijk Frankrijk. Mooi museum in Péronne. Clean. Strak. Misschien iets te.
“Ze waren wel proper, de soldaten. Die schoenen lijken nieuw, kijk maar naar de zolen.”
“Waarschijnlijk was de soldaat een schoenmaker. En die blijven bij hun leest, ook in de loopgraven.”
Het zou zo maar kunnen.

Fantastische sites. Een krater. Een ruïne van een abdij. Een ondergronds complex in een groeve. Loopgraven. Begraafplaatsen. Britse, Franse, Duitse. Slachtoffers uit alle windstreken. Bezoekerscentra. Monumenten. Een beetje zoals in de Westhoek. Maar toch heel anders. De geweren worden ook daar in stelling gebracht. En gidsen. In het Frans, Engels, Duits en Nederlands. En West-Vlaams. Verwarrend soms. En een beetje grappig. Viertalige simultaanvertaling. Faut le faire.

Eventjes wenkbrauwgefrons toen de franstalige gids met Duitse roots begon te zingen. Zijn naam was Yves. Tipperary in gebroken Engels op de bus. The Voice van de Aisne. Geen winnaar. Te weinig grain… En toch slaagde hij erin bij de ruïnes van Craonne iedereen stil te krijgen met het Chanson de Craonne. Dat dit een verboden lied was tot in de jaren ’70. Reactionair. Protestsong avant la lettre. Kippenvel. Ondanks zijn povere zangkwaliteiten. Faut le faire…

Adieu la vie, adieu l’amour,
Adieu toutes les femmes
C’est bien fini, c’est pour toujours
De cette guerre infâme
C’est à Craonne sur le plateau
Qu’on doit laisser sa peau
Car nous sommes tous condamnés
Nous sommes les sacrifiés

Suds & Soda

Je zal het wel al door hebben. Ik lees de boekjes. Humo toch. Ik moet me dus al na 3 zinnen verbeteren. Ik lees een boekje. Wekelijks. En ik laat me elke keer weer vangen. Je meent het? Jij? Ja. Ik.

Het interessantste artikel staat altijd verborgen. In de voorgeborchten van de tv-pagina’s. Waar heb je het in godsnaam over? Is dit een raadselblog geworden? Of godbetert een geocache? Neen. Nog niet, al breng je me op ideeën. Zeg nu zelf. Een artikel als “Waren de Egyptenaren strandjanetten?” of “De musical bloeit als nederwiet in een tomatenserre.”, dat lees je toch direct? Tot je de naam eronder ziet staan. Hugo Matthysen. En je beseft dat je in de maling bent genomen. Machtig.

Ik vraag me af of de gemiddelde moeder met hetzelfde probleem zit. Of ze tijd heeft voor Humo. Waarom? Elke dag rij ik met de auto naar het werk. Ecologische voetafdruk en zo. En elke dag passeer ik bij een dorpsschool. Zone 30. En ik vertraag. Laat de kindjes oversteken. Heb geduld. Flink van mij. Maar niet iedereen volgt mijn lichtend voorbeeld.

Elke dag komen er moeders op mij af. Je herkent ze aan de geriefelijke auto’s en het nageslacht op de achterbank. Vlugvlug. Naar school in de grote stad. Zone 30? Niet belangrijk. Hun kinderen gaan niet naar die school. En de vriendjes ook niet. Het is dus niet erg om daar te vlammen. Zouden ze het in de buurt van “hun” school ook zo doen? Ik betwijfel het. Pot & ketel. Suds & soda. Machtig.