Peter Gombeir – Kamer 241

Happy people have no stories

Peter Gombeir – Kamer 241 - Happy people have no stories

Le vent nous portera…

521703_584798064871886_1260214198_nIk was negen. En ging naar Lortje. In de Boeschepestraat. Ooit kocht iemand daar een eerste druk van een Jommeke strip. Voor 50 franken. Die hij fluks doorverkocht voor een veelvoud. De sloeber. Maar ik dwaal af. Een kind in een spekkenwinkel. Ik moest er even aan denken vorige vrijdag. Bij de opening van de tijdelijke tentoonstelling in het Hopmuseum. Trappist.  Jef van den Steen leidde het hele zaakje in. En dan op ontdekking. Schoon gedaan. Je raadt het al. Het hoogtepunt… alle trappisten te proeven. Alle 9. Zelfs die Oostenrijkse waar ik de naam niet meer van weet. Wat een avond…

Lomogram_2013-04-16_07-16-01-PMIk was vijftien. En ging voor het eerst uit, op café. De Esperance. Op de markt in Poperinge. Drie pinten, en we hadden genoeg. Toen kostte een Jup nog 35 franken. Het briefje van 100 van moeder volstond bijna voor een mega avond. Ik moest er even aan denken, zaterdag. Want het was ook het Weekend van het Volkscafé. In de Westhoek en Frans Vlaanderen. Marino Punk, toogschieten in plaats van boogschieten, Edely, Sint Bernardus Tripel, bollen door den uil, toneel, karaoke. En de uitreiking van de Gouden Sanseveria. Die Verdammte Spielerei, neeneen, niet Spiegelei, kwam aan, deed zijn ding, zong over Ramona, en zorgde en passant voor een koppel rode kaken. Nog nooit meegemaakt. Machtig.

Ik was twintig. En had nog nooit van straattheater gehoord. Tot ze in Poperinge een klein festival organiseerden. De Cyrusfeesten. Leuk, zo in het zonnetje. Ik moest er even aan denken, zondag. Want het was De Gevleugelde Stad in Ieper. Onder een schitterende zonnehemel. Het was warm, dorstig, en overdruk. Maar ook schoon, toch de dingen waar we bij raakten. Veel bekend volk gezien. Nog meer onbekend volk eigenlijk. Leutig. En zo raakte het zondagavond. Vermoeid. Voldaan. Slapen. Want morgen weer werkendag.

Ik ben vierendertig. En beleefde een van de schoonste Westhoekweekends van de laatste jaren. Want de Westhoek, dat is altijd pure verwondering…

Ma préférence

image

Ooit was het leven simpel. Toen opstaan gewoon opstaan was. De eierenraap een evenement. En een nieuw spel voor de Atari 2600. Van games spraken we niet. Familiefeestje met neefjes en nichtjes. Nog meer suikergoed. Maar. Ik lust geen chocolade. Pasen was en is horror, iedereen vond het het ideale moment om mij te bekeren. Net als Sinterklaas. Zonder resultaat.

Ooit was het leven simpel. Toen vakantie gewoon vakantie was. Twee weken zalig niets doen. Geen vergaderingen, geen stress, geen van moetens. Buiten spelen zonder zorgen. Grote veldslagen naspelen. Voetbal. Eén twee drie karoe. Met lakens en dekens een tent bouwen in de tuin. Of op de Atari als het slecht weer was. We waren een bende avant la lettre. Zonder ooit iemand kwaad te doen. We verveelden ons nooit. Of toch niet dat ik me herinner. Ongetwijfeld zaten we ook uren gewoon te zitten. Met wat gaan we nu doens.

Ooit was het leven simpel. We deden uitstapjes naar de zee, naar Beauvoorde om pannenkoeken, of naar de Zwarteberg. In de Ami 8 van vader. Met een veel te kort sponsen broekje, want dat hoorde zo. De auto een paar uur in de zon. Billen verbranden bij het opnieuw in de auto stappen. En half in slaap weer thuis komen. We stapten niet, we liepen. En overal zagen we een avontuur. Een vijand die we moesten verslaan. Een spook dat we moesten verdrijven. Een queeste naar een schat die niemand zag.

Ooit was het leven simpel. Een geroosterde boterham als avondeten. Of een croque monsieur. Het was nodig na alle inspanningen. Nog even naar TV kijken. De film van Superman. Of iets van Gaston en Leo. En elke dag voor we in ons bed kropen nog een glaasje water. Een Zegentjebewoarie van vader op ons voorhoofd. Een laatste keer plassen. En dromen van het nieuwe avontuur dat ons opwachtte de volgende dag.

Hurt

Het was 9 graden. De weerman had best aangenaam weer beloofd. Maar hij had het fout. Daar stond ik dan, voor de eerste keer dit jaar met een zomerpull en een hemd met korte mouwen. Koud. Regen. Het ideale weer voor een trip naar wo1 land. Heb jij dat al niet gedaan? Ja. 2 keer naar de Somme. Altijd de moeite. Maar het was nu eens wat anders. Fromelles. Vimy. Notre Dame de Lorette. Carrière Wellington. Meaux. Met de Westhoek op stap. Altijd een avontuur. Het gezelschap maakt het mindere weer meer dan goed.

Photo 9-03-13 11 23 42Het was 9 graden. Kil. Hier en daar een druppel. Neenee, geen zo een druppel, we houden het deftig. Al hadden we er wel een kunnen gebruiken om op te warmen. De gids had het over schitterende vergezichten bij de Notre Dame. Behalve vandaag. Het was mistig. Daar sta je dan, te kijken in het grijs. Je in te beelden wat je zou moeten zien. Een beetje zoals door de bomen het bos niet meer zien, al lag dat bos ook al in de mist. We moesten het doen met een vreemde kerk in Byzantijnse stijl. De gele bloemetjes in het kleine groene gietertje bij een beeld van Maria stonden er maar beteuterd bij. Buiten was het warmer dan binnen. Waarom heb ik mijn mutsje niet mee…

Photo 9-03-13 11 05 51Het was 9 graden. De eerste paraplu’s kwamen boven. En de sjalen. Op Vimy ridge. Schitterend monument. Schitterende vergezichten ook, naar het schijnt. Zelfde probleem als even tevoren. Indrukwekkend hoe de Canadezen hun eer betonen. Op naar de Carrière Wellington. Neenee, geen zo een carrière. Al is die ongetwijfeld ook wel interessant. Een steengroeve, midden in Arras. Waar 20000 soldaten in verbleven voor de slag om Arras. Redelijk beklemmend. Klein. Wak. En kil. Niets voor de claustrofoben onder ons. Maar het was binnen. De regenschermen konden in de bus blijven.

Photo 9-03-13 11 47 48Het was 9 graden. In de bus naar het hotel was het gelukkig warmer. De eerste tukjes werden gepleegd. Klaar voor het avondmaal. De nabespreking van dag 1. En de voorbespreking van dag 2. Bij een grote Leffe. Opletten geblazen. Een grote Leffe is in Frankrijk een halve liter. Maar het smaakte. Slapen. Wakker worden. Ontbijten. Naar Meaux. Het Musée de la Grande Guerre. We zagen het al bij aankomst. Dit wordt er eentje hors catégorie. Wat een gebouw. En binnen is het nog indrukwekkender. Films, dugouts, uniformen, wapens, loopgraven, voertuigen, vliegtuigen, 3D foto’s, tanks, trench art. Alles samen. Je zou er gemakkelijk een dag kunnen verliezen. Al volstond 2 uur ruim. De moeite, maar dat hadden we wel verwacht. Ze zijn er klaar voor, daar in Frankrijk.

Het was 9 graden. En we moesten terug naar huis. 4 uur op de bus. Half slapend. Half wakend. Zoals het hoort. Voer genoeg voor discussies. Napraten. En tukjes. We passeerden toevallig langs de Menenpoort in Ieper. En het moet gezegd. Die blijft even indrukwekkend als alles wat we tegenkwamen. Het meisje voor mij op de bus had rode schoenen aan. In gedachten zag ik haar 3 keer met de hielen tegen elkaar klikken. There’s no place like home. There’s no place like home…

Madeleine – The oldest of sisters

Het is een familieverhaal. Oma zaliger die haar ziel ging geven voor een goede pot koffie. Haar naam was Madeleine. Want zo heten oma’s nu eenmaal. Op een dag kwam ze terecht in ’t Convent in Reninge. Verscholen tussen de bergen van Heuvelland en de broeken van Vleteren. Ze raakte er niet over uitgepraat. De roodkoperen kan. De vlekkeloze bediening. De beste koffie die ze ooit dronk. Het is een verhaal van de jaren stillekes. Lang geleden. Maar het gaat nog altijd mee.

Een dikke 20 jaar later denken veel mensen nog altijd over de Westhoek in termen van de jaren stillekes. Ze moesten eens weten. Enkele flanken van de Heuvellandse bergen zijn ondertussen getransformeerd in wijngaarden. Vleteren telt nu naast de Sint Sixtusabdij nog 2 befaamde brouwerijen. Biscuiterie Destrooper uit Lo-Reninge bouwde een wereldwijde reputatie en een schitterend bezoekerscentrum op. Het is dan ook niet te verwonderen dat het jong keukengeweld van ’t Convent, Sébastien Ververken, de streek en de producten van de Westhoek hoog aanschrijft. Lukken van Destrooper. Vleterse bieren van De Struise Brouwers. Heuvelland. Allemaal favorieten. Een chef naar mijn hart.

En bij hem was ik te gast. Vroeger was ’t Convent een boerderijtje. Opgeknapt door kunstenaar José Vermeersch. En dat voel je nu nog. Het heeft tegelijk ook wel iets eigentijds, al was het maar door de moderne sculptuur in de tuin. Ik stond voor dezelfde voordeur als Madeleine. Ging dezelfde trap op naar de aperitiefruimte. Misschien zat ik wel op dezelfde stoel. En keek ik op dezelfde muur. Het deed me wel iets. Want ooit zat oma hier ook.

Nu is het mijn beurt. Met charmant Toerisme Westhoek gezelschap. Zoals het hoort. Een menu om U tegen te zeggen. Schitterend aperitief met schitterende hapjes. In een zolder met oude muurschilderingen. Alle kerken van de omliggende parochies staan er afgebeeld. Het kader was al even charmant als mijn gezelschap. Naar het restaurant voor het menu. Zeetong met grijze garnalen, prei en rode ui als voorgerecht. Het klinkt simpeler dan het is. Eigentijds gepresenteerd. Maar to the point. Zoals het hoort voor een Westhoek chef. Culinair hoogstaand. Perfect opgediend op borden met een ontwerp van José Vermeersch. Want zijn ziel leeft hier nog altijd verder.

Wilde eend met girolles en knolselder als plat de résistance. Zo noemen ze dat blijkbaar. Verfijnd. What you see is what you get. Allemaal met aangepaste wijnen, dat spreekt. En we proefden dat het goed was. En niet gewoon goed, maar perfect. Het menu had het over ‘appel, witte chocolade, vanille, karamel’ als dessert. Ik zag het al voor me. Een stuk appeltaart met wat witte toefen ondefinieerbaar schuim, en een overdosis karamel. Maar ik zat er compleet naast. Gelukkig. Één lijn. Met stukjes appel. Rondjes van vanille met karamel. En witte chocolade. Holy crap. Madeleine had hierbij moeten zijn. Want ook zij was een zoetemondje. Sommigen zouden dit sex on a plate noemen. Oma zou dergelijk taalgebruik echter nooit goedkeuren, al helemaal niet in deze context.

En de roodkoperen kan voor de koffie? Ééntje hebben we er zien passeren. Voor een tafeltje habitués. Dat zijn we nog niet. Ongetwijfeld nog altijd hoogstaande koffie. De beste die je kan drinken. Vlekkeloze bediening. Wij kozen echter voor de Ierse en de Italiaanse variant. Geen kannetje dus. Niet erg. De hele avond had ik het gevoel dat oma goedkeurend over mijn schouder meekeek. Trots op haar kleinzoon. Back to the roots. Maar dan wel niet meer in een vorm die zij zou herkennen. En dat is zo slecht nog niet…

Dit verslag op de Humo-site
Website jong keukengeweld
’t Convent

Solar

Ik lag op kamer 211 deze keer. Het kan niet altijd Kamer 241 zijn. Niet in Ieper, maar in Antwerpen. Niet in het ziekenhuis, maar in een echt hotel. Een goed bed. Leuke badkamer. En vooral, geen afgrijselijke kamergenoot in een veel te spannend pyjamabroekje. Neenee. Met de Westhoek op stap. En overal waar we gaan, nemen we de Westhoek mee. Zoals het hoort.

Een tweedaagse rond kindvriendelijkheid. En jij mocht mee? Ja, ik mocht mee. Het klinkt misschien een beetje tegendraads. Maar daar hadden ze in het Grom een oplossing voor: een tomatendraadoproller. Geen idee wat tomatendraad is. Maar ik kon met een gerust gemoed kamer 211 opzoeken in de wetenschap dat er een oproller voor bestaat. Leuk museum. Vergeten landbouw- en keukenmateriaal. Leuke tuin. Vergeten groenten. Leuke rondleiding. Vergeten drankje. Een beetje droog dus. Sint Katelijne Waver is natuurlijk de Westhoek niet.

Gelukkig waren ze beter voorzien in kinderrestaurant Sens Unique. Lekker eten. Genoeg te drinken. Echt iets voor ons. We hadden graag nog de flipperkast uitgeprobeerd op de bovenverdieping. Maar er waren andere kinderen bezig. Een kleine ontgoocheling. Iedereen kreeg als troost een snoepje bij het buitengaan. En we waren content.

En dan nog Lommel. Schitterend bezoekerscentrum. Op kindermaat. Want dat was de bedoeling van de trip. Of ze hier geen Lommelbier zouden hebben. Wat wij dan al vlug een Lommeltje zouden noemen. Jammer maar helaas. Het enige beschikbare streekbier was Brugse Tripel. Daar moet je dan zo een eind voor rijden. De garçon was niet op de hoogte van het niveau van zijn publiek.

Het probleem met tweedaagsen is dat ze maar twee dagen duren. En dat we veel te snel weer moesten vertrekken. Geen probleem. We mochten terug naar het mooiste stukje Vlaanderen, met echte streekbieren. Een vriendelijke speeltuin voor grote kinderen. De Westhoek. Waar Blaudzun me opwachtte in Diksmuide. En het beste optreden gaf dat ik de laatste jaren mocht meemaken…